Keuzes maken: tijdens de zwangerschap, de bevalling en de kraamperiode ga je hier mee te maken krijgen. Ga je voor de 13 wekenecho? Neem je de kinkhoestvaccinatie, of toch niet? En als er onverhoopt tijdens de bevalling een ‘interventie’ of verwijzing naar het ziekenhuis wordt voorgesteld, ga je hier dan mee akkoord?
Als Childbirth Network vinden wij het belangrijk dat iedere zwangere zich bewust is van de keuzes die zij heeft. Iedereen is verschillend en dus past de ene keuze-optie misschien wel beter bij jou dan de andere. Een hulpmiddel bij het maken van keuzes is de zogenaamde ‘BRAINS-methode’. We spraken over deze methode met Anouk Kaiser, directrice van Het Buikencollectief (voorheen Stichting Zelfbewustzwanger); een cliëntenorganisatie die zwangeren vertegenwoordigt in de Nederlandse geboortezorg met als doel zoveel mogelijk vrouwen met een goed gevoel terug te laten kijken op hun zwangerschap, bevalling en kraamtijd.
Wat is de BRAINS-methode precies?
Anouk: “De BRAINS-methode is een hulpmiddel bij het maken van keuzes die door zowel zorgverleners als zwangeren, barenden, kraamvrouwen én hun partners kan worden gebruikt. ‘BRAINS’ is een Engels ezelsbruggetje om de verschillende stappen van het hulpmiddel te onthouden: door één voor één alle letters af te gaan word je als cliënt bewust gemaakt van alle keuze-opties die er zijn.” De letters staan voor het volgende (zie afbeelding):
- Benefits: wat zijn de voordelen? Wat willen we bereiken?
- Risks: wat zijn de risico’s of nadelen?
- Alternatives: wat zijn de alternatieven?
- Intuition: wat zegt mijn gevoel?
- Nothing: wat als we niets doen?
- Silence: geef me even een momentje voor mezelf om erover na te denken
Wanneer kan je de BRAINS-methode gebruiken?
Anouk: “Eigenlijk kan je dit stappenplan altijd gebruiken als je voor een keuze staat: in je zwangerschap, tijdens je bevalling, maar ook simpelweg in je dagelijkse leven wanneer je een keuze voorgelegd krijgt. Tijdens je zwangerschap zijn er momenten waarop je keuzes moet maken, zoals bijvoorbeeld wel of geen kinkhoestvaccinatie, maar er zijn ook vaak dingen waarvan we als cliënt niet doorhebben dat het een keuze is. Denk bijvoorbeeld aan het standaard voelen aan de buik, het opmeten van de buik of het maken van echo’s. We gaan als cliënt vaak mee in de ‘flow’ van wat er standaard allemaal geregeld is en hoe er standaard wordt gewerkt, terwijl dit misschien niet iets is waar je behoefte aan hebt als zwangere. Door BRAINS te gebruiken ga je zelf op een bewuste manier keuzes maken. Hier ligt ook een rol voor zorgverleners: zij kunnen actief cliënten helpen zich ervan bewust te zijn dat er een keuzemoment is en welke keuze-opties er zijn. Op deze manier worden cliënten ondersteund om zelf de regie te behouden en te onderzoeken wat bij hen past; het gaat immers om jouw lijf, jouw kindje en jouw zwangerschap.”
In de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) staat vastgelegd dat het de plicht is van de zorgverlener om de cliënt tijdig alle relevante informatie te geven voordat een keuze wordt gemaakt. Tegenwoordig worden Nederlandse verloskundigen opgeleid om hiervoor ‘samen beslissen’ (in de medische wereld ook wel bekend als ‘gezamenlijke besluitvorming’), ofwel ‘shared decision making’, toe te passen. Deze manier van gespreksvoering houdt onder andere in dat de zorgverlener zich tijdens het gesprek op de hoogte stelt van de situatie en behoeften van de cliënt, de cliënt uitnodigt om vragen te stellen en samen met de cliënt in gesprek gaat over de keuzemogelijkheden die hij/zij heeft (zie ook de webinar ‘Samen beslissen’ van het CPZ hierover). Ook de optie ‘niets doen’ behoort altijd tot de keuzemogelijkheden. Anouk: “De naam ‘samen beslissen’ kan voor wat verwarring zorgen, maar uiteindelijk kies je als cliënt natuurlijk zelf of je bijvoorbeeld wel of niet een behandeling of een doorverwijzing wilt. Door ‘samen beslissen’ toe te passen kunnen zorgverleners cliënten ondersteunen bij het keuzeproces; er kan inzicht worden verkregen in welke factoren voor de cliënte belangrijk zijn voor het maken van een keuze. Waar vanuit medisch perspectief het beperken van risico’s meestal bepalend is voor de aanbeveling, kunnen voor cliënten andere factoren ook belangrijk zijn. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld de kans op een positieve ervaring, de kans op onnodige ingrepen of willen bevallen met je vertrouwde zorgverlener.” Bij het bespreken van de verschillende keuzemogelijkheden tijdens deze ‘shared decision making’ kan de BRAINS-methode worden gebruikt als ondersteunend hulpmiddel, zowel dus voor de cliënt als voor de zorgverlener.
Wat kan je vervolgens met alle informatie doen?
Nadat alle relevante informatie over de keuzemogelijkheden is besproken, ligt de uiteindelijke keuze dus bij de cliënt (op uitzonderingen na, zoals bij wilsonbekwame cliënten). Anouk: “In de BRAINS-methode worden ook de stappen beschreven die je kan zetten na het ontvangen van de informatie. Je kan jezelf bij de ‘S’ van ‘silence’ afvragen of je voldoende informatie hebt gekregen om een keuze te maken. Weet ik voldoende of heb ik behoefte aan meer informatie of een second opinion? Neem vervolgens voor zover mogelijk de tijd om de informatie te verwerken; dit is ook een proces. Slaap er een nachtje over indien dat mogelijk is, denk na over de informatie of bespreek het met familie/vrienden.
Vaak gaat het om grote keuzes; durf daarbij ook te luisteren naar je intuïtie. Het is hierbij belangrijk om je te realiseren dat erop vertrouwen dat het goed gaat niet tegelijkertijd betekent dat je de risico’s accepteert dat het fout gaat. Dat is ingewikkeld, ik zal het proberen uit te leggen aan de hand van een voorbeeld: stel je gaat op reis en je komt op een bepaald punt waar je kunt kiezen tussen drie routes. Je voelt direct dat de middelste route voor jou de beste keuze is. Net voordat je die route wilt nemen wordt jou verteld welke risico’s je loopt op ernstige ongelukken als je die route aflegt. Er wordt verder weinig verteld over de reis die je aflegt, over hoe anderen die route hebben ervaren of over welke impact het heeft op je eindbestemming. Nu je gewezen bent op de risico’s van jouw voorkeursroute, is het misschien niet gemakkelijk om nog steeds met een goed gevoel te kiezen voor de middelste route. Je voelt je verantwoordelijk, je weet nu iets wat je eerst niet wist en wilt niet onnodig gevaar lopen. Hoe kom je dan weer terug bij het vertrouwen dat je in eerste instantie voelde dat de middelste route voor jou de juiste is? Dat heeft ermee te maken dat je het jezelf toestaat om op je intuïtie te vertrouwen, dat er nog andere dingen zijn aan het volgen van die route die grote waarde kunnen hebben voor jou en dat er een omgeving is met ruimte om je vertrouwen voorop te zetten. Dat mag er ook zeker zijn. Geef jezelf dus de ruimte om een keuze te maken die bij jou past en die goed voelt vanuit je hoofd, maar ook vanuit je hart.”
Kan je misschien wat vertellen over hoe zwangeren het gebruik van de BRAINS-methode hebben ervaren?
“We hebben gehoord dat vrouwen met een beter gevoel terugkijken op het hele keuzeproces omdat je als cliënt zelf meer de regie houdt en omdat je er écht achter komt welke opties je allemaal hebt.” Er is nog geen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de effecten van het gebruik van de BRAINS-methode, maar dezelfde resultaten zijn wel uit onderzoek gebleken na het gebruik van de ‘shared decision making’ methode, waarin de BRAINS-methode dus als ondersteunend hulpmiddel kan worden gebruikt: cliënten zijn beter geïnformeerd, weten beter wat voor- en nadelen zijn van de keuze-opties, twijfelen achteraf minder over de gemaakte keuze en zijn hier achteraf vaker tevreden over. Anouk vertelt verder: “Door als zorgverlener de simpele vraag ‘wat wil je zelf graag?’ te stellen, ondersteun je haar om de regie te houden. Uit recent onderzoek bleek namelijk dat 40% van de vrouwen vond dat ze tijdens hun bevalling onvoldoende zelf keuzes hebben kunnen maken. Door het gebruik van de BRAINS-methode kan dit percentage naar beneden worden gebracht. Dit werkt ook bijvoorbeeld tijdens de bevalling in een acute situatie, want er is bijna altijd nog wel voldoende tijd om de stappen van BRAINS te volgen. Door de methode te gebruiken en de vraag terug te leggen bij de cliënt om een weloverwogen keuze te maken ondersteun je haar de controle over het proces te behouden; hierdoor wordt de kans op een positieve bevalervaring verhoogd.”
Zijn er nog andere dingen die je kan doen om een weloverwogen keuze te maken?
Anouk: “Zeker, als cliënt is het goed om bij jezelf na te gaan wat jij nodig hebt om een weloverwogen keuze te kunnen maken. Als je twijfels of angsten hebt is het durven aankaarten hiervan belangrijk; door erover in gesprek te gaan geef je jezelf de kans om te onderzoeken wat voor jou de beste keuze-optie is.” Hiernaast kan je je als cliënt verder verdiepen in het onderwerp door betrouwbare bronnen te raadplegen. Vraag je zorgverlener naar wat betrouwbare bronnen zijn. Voor een aantal keuzes zijn daarnaast ook keuzehulpen beschikbaar, zoals bijvoorbeeld de keuzekaart over de stuitbevalling van De Gynaecoloog. Dit kan bijvoorbeeld prettig zijn als je alle relevante informatie nogmaals op een overzichtelijke manier wil doornemen voordat je een keuze maakt.
Wat zou je willen meegeven aan zwangeren en hun zorgverleners?
“Ik zou zorgverleners willen meegeven dat wetenschappelijk onderzoek op waarde moet worden ingeschat wanneer de aanbevelingen vanuit richtlijnen in de praktijk worden toegepast. Vaak wordt niet gecommuniceerd naar cliënten van welk niveau, de ‘bewijskracht’, wetenschappelijke resultaten en artikelen zijn waarop de richtlijnen zijn gebaseerd. Dit niveau is namelijk regelmatig laag, terwijl de hieruit afgeleide risico’s wel als absolute waarheid worden gepresenteerd. Tevens zeggen de resultaten van een onderzoek meestal iets over een grote groep cliënten die vaak niet vergelijkbaar zijn met de gemiddelde cliënt in Nederland en regelmatig komt het onderzoek uit andere landen waar de zorg anders is. De uitkomsten zijn hierdoor niet direct één op één toepasbaar op de individuele context van de cliënte in Nederland: sommige cliënten lopen misschien juist meer risico, terwijl anderen minder risico lopen. Voor een groot deel ontbreekt zelfs een wetenschappelijke onderbouwing voor interventies en doorverwijzingen en is dit volledig gebaseerd op ‘expert opinion’, oftewel datgene wat verloskundigen en gynaecologen vanuit hun expertise het beste achten. Tot slot zijn de waarden en voorkeuren van cliënten nog geen gelijkwaardige pijler, terwijl dat naast het wetenschappelijk bewijs en de expert opinion bij ‘evidence based medicine’ wel een gelijkwaardige pijler hoort te zijn. Aanbevelingen in richtlijnen zijn niet de enige juiste optie, al is de communicatie op dit moment zodanig dat vrouwen regelmatig geen keuzevrijheid ervaren om voor een andere optie te kiezen. Wetenschappelijk onderzoek is namelijk niet de enige kennisbron, jij zelf als cliënt bent namelijk misschien wel de meest waardevolle kennisbron: jij kent je lichaam namelijk al je hele leven lang. Elk vrouwenlichaam is uniek en kent haar eigen ritme en dit vraagt om zorg op maat. Laten we met z’n allen deze kennisbron, de cliënte zelf, niet over het hoofd zien.”, aldus Anouk.
- College Perinatale Zorg. (2020, 19 mei). Zorgstandaard Integrale Geboortezorg: Versie 1.2.
- Ghoreyshi, F., Mohammadzadeh, F. & Rahmani, R. (2021). Effect of shared decision making on mode of delivery and decisional conflict and regret in pregnant women with previous cesarean section: a randomized clinical trial. BMC Pregnancy and Childbirth, 21(1).
- Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen. (2018, december). Gezamenlijke besluitvorming: Een handreiking.
- Pijl, M. V. S. G. der. (2022, July 8). Disrespect and abuse during labour and birth amongst 12,239 women in the Netherlands: a national survey – Reproductive Health. BioMed Central.
- Het Buikencollectief. (z.d.). Keuzes maken die goed voelen vanuit je hoofd en je hart. hetbuikencollectief.nl.
- Stuitbevalling. (2022, 2 november). De Gynaecoloog.
- Van der Weijden, T., van Veenendaal, H., Drenthen, T., Versluijs, M., Stalmeier, P., Loon, M. K. V., Stiggelbout, A. & Timmermans, D. (2011). Shared decision making in the Netherlands, is the time ripe for nationwide, structural implementation? Zeitschrift für Evidenz, Fortbildung und Qualität im Gesundheitswesen, 105(4), 283–288.