Module Zwangerverhalen

 

Regie en zeggenschap

Bij eigen regie gaat om het zelf beslissen over je leven en zorg en ondersteuning daarbij.
Het gaat om het zelf bepalen, niet om het zelf doen. Centraal hierbij staat wat de patiënt/cliënt wil.
In dit thema wordt beschreven hoe vrouwen tegen deze regie en zeggenschap aankijken
en hoe zij dit hebben ervaren tijdens de zwangerschap en de bevalling.

Regie en zeggenschap

Meerdere vrouwen geven aan dat ze het belangrijk vinden dat gedaan wordt wat ze graag zelf willen en niet wat een ander wil. Ze vinden dat je voor jezelf moet opkomen, want het is jouw lichaam. Men vindt het belangrijk dat niet strikt wordt vastgehouden aan een protocol, maar dat er ook ruimte is voor de menselijke kant en eigen inbreng. Verschillende vrouwen geven aan dat regie en zeggenschap ook iets is wat je moet leren en wat ze bij een eerste zwangerschap en bevalling niet hebben ervaren. Ze hebben bepaalde zaken bijvoorbeeld niet bespreekbaar gemaakt bij hun verloskundige of gynaecoloog, omdat ze ervan uitgingen dat de zorgprofessionals het wel zouden zien. Bij een volgende zwangerschap hebben ze wel meer de regie genomen en dat heeft hen in hun kracht gezet.

 

Regie kan worden bevorderd door vragen te stellen aan de vrouw en of door vrouwen te informeren en de keuze bij de vrouw te laten. Sommige vrouwen geven aan dat het niet altijd mogelijk is om regie te hebben – bijvoorbeeld in noodsituatie. Marije vindt het dan wel belangrijk dat je wordt betrokken bij de keuze. Alhoewel het wel als een keuze werd gebracht, vraagt Tanja zich af of het altijd een reeële keuze is. Een vrouw vraagt zich af of we niet te ver doorslaan in dat de patiënt het voor het zeggen moet hebben. Zij is van mening dat het soms niet aan de patiënt is om een beslissing te nemen. Zorgprofessionals zijn de expert en moeten daar naar handelen en niet vragen of je als vrouw iets wilt. Ze is van mening dat zorgprofessionals de verantwoording moeten nemen en pakken.

Regie en zeggenschap tijdens de zwangerschap

Specifieke momenten tijdens de zwangerschap waarop vrouwen regie en zeggenschap hebben ervaren was bijvoorbeeld rondom screening en bij een miskraam. Vrouwen hadden de keuze om te kiezen voor wel of geen screening; en bij een miskraam werd de keuze voor afwachten of curettage voorgelegd. Na het ontdekken van een stuitligging kregen vrouwen de keuze om te kiezen voor wel of geen draaipoging. Jill wilde geen draaipoging en had het gevoel dat haar keuze niet werd gerespecteerd. Danielle koos wel voor een draaipoging, maar had het gevoel dat zij geen ruimte kreeg voor een eigen keuze. Ze ging mee met de verloskundige en ging ervan uit dat zij wel zouden weten wat goed was. Ze was bang om haar eigen mening te geven. Enkele vrouwen die onder begeleiding waren bij een gynaecoloog, kozen op eigen initiatief voor begeleiding van een verloskundige daarnaast. Bijvoorbeeld omdat ze het niet eens waren met het beleid in het ziekenhuis, of omdat ze zich een “normale” zwangere wilden voelen. Een van hen geeft aan dat het ziekenhuis niet blij was met haar keuze. Tanja vertelt dat zij ruimte kreeg in de frequentie en de inhoud van de controles nadat haar eerste kindje tijdens de zwangerschap was overleden. Laurien vertelt dat zij na haar eerste traumatische bevalling in gesprek is gegaan met de verloskundige en aan heeft gegeven wat haar wensen rondom begeleiding waren.

 

In overleg kon de verloskundige daarin meegaan. Laurien vertelt dat zij “sterk was in hoe ze erin stond en ze kon dit goed kenbaar maken; hierdoor hadden de verloskundige en het ziekenhuis vertrouwen in haar en kreeg ze de ruimte”. Dit heeft voor haar een groot verschil gemaakt. Een vrouw met hyperemesis gravidarum had afgesproken dat ze zelf aan de bel mocht trekken als het niet meer ging en ze een infuus met vocht nodig had. Een andere vrouw geeft aan dat zij in het begin te ziek was om regie te nemen en alles over zich heen liet komen. Beide vrouwen met hyperemesis gravidarum voelden zich gehoord en hebben dat als prettig ervaren en stelde gerust. Anne vertelt dat zij zelf thuis een CTG mocht maken; als dat niet goed was moest ze terug naar het ziekenhuis. Enkele vrouwen benoemen dat zij hebben aangedrongen op een verwijzing naar de gynaecoloog. Een vrouw was niet bij machte om de kraamzorg haar wensen duidelijk te maken; ze schakelde de verloskundige in. Tot slot vertelt een vrouw dat haar zwangerschap voor haar als een strijd voelde om te vechten voor haar rechten.

Regie en zeggenschap tijdens de bevalling

Vrouwen vertellen over verschillende momenten rondom de bevalling waarop zij regie en zeggenschap hebben ervaren. Verschillende vrouwen hebben bijvoorbeeld gevraagd om een inleiding, bijvoorbeeld vanwege bekkenklachten. Volgens de richtlijnen zou Laurien ingeleid moeten worden vanwege haar zwangerschapsdiabetes. Zij wilde echter nog even wachten en in overleg met haar verloskundige hebben ze een aantal dagen gewacht waarin de bevalling uit zichzelf op gang kwam. Andere vrouwen vertellen dat zij tijdens de bevalling zelf om pijnbestrijding hebben gevraagd. Vrouwen ervaarden ook regie en zeggenschap wanneer de verloskundige of gynaecoloog toestemming vroeg voor een bepaalde handeling, bijvoorbeeld toucheren, vliezen breken of een knip zetten.

 

Carian wilde graag natuurlijk bevallen van haar drieling. Hoewel het uiteindelijk een keizersnede werd, is ze blij dat men een poging heeft gedaan. Indira vond het pittig en spannend om haar eigen gevoel te volgen en tegen medisch advies in te gaan. Met haar verloskundige maakte zij afspraken en kreeg ze ruimte binnen bepaalde kaders. Voor haar is dit de sleutel tot een succesvolle bevalling geweest. Verschillende vrouwen geven aan dat zij het fijn vonden om zeggenschap te hebben. Esther had het gevoel dat zij “in control” was. Ze geeft daarbij aan dat ze wel in een andere uitgangspositie zat, omdat ze moest bevallen van een dood kindje en er geen risico’s waren voor haar kindje.

Voorbeelden van geen regie en zeggenschap tijdens de bevalling

Meerdere vrouwen benoemen dat zij het gevoel hadden dat er niet naar hen werd geluisterd tijdens de bevalling. Tijdens haar eerste bevalling was dit voor Indira het “meest heftige moment”. Een andere vrouw vertelt dat zij daardoor niet alles meer durfde te zeggen. Esther benoemt een aantal momenten bij eerdere bevallingen waarop zij geen regie heeft ervaren: haar vliezen werden zonder overleg gebroken, het kindje kreeg een schedelelektrode op haar hoofdje en ze mocht ondanks persdrang niet persen terwijl ze dat bij de bevalling daarvoor wel mocht. Danielle vindt dat zij achteraf meer op haar strepen had moeten staan toen zij niet meer kon en om een keizersnede vroeg.

 

Op dat moment ging ze ervan uit de verloskundige en gynaecoloog het wel wisten en het beste voor haar en het kind wilden. Hoewel Josine normaal gesproken mondig is, was ze tijdens de bevalling passief en gehoorzaam toen ze in het ziekenhuis anderhalf uur moest wachten op weeënremmers. Ze was op dat moment onder de indruk en aan het verwerken wat er allemaal gebeurde. Enkele vrouwen benoemen nog dat zij tijdens hun eerste bevalling geen regie en zeggenschap hebben ervaren. Dit heeft ertoe geleid dat zij zich voorgenomen hadden het nu anders te doen. Een paar vrouwen geven aan dat zij geen behoefte hebben aan regie tijdens de bevalling. Voor hen is het belangrijk om te luisteren naar de verloskundige en haar te volgen.