De miskraam heeft voor de meeste vrouwen invloed op hoe zij een volgende zwangerschap ervaren. De eerste periode vonden zij spannender dan daarvoor, ze waren minder onbevangen en onzeker, en hadden minder vertrouwen in hun lichaam. Dit duurde tot ongeveer 12-16 weken. Esther vertelt dat ze elk toiletbezoek spannend vond en bang was voor bloedverlies. Nora was extra gespannen voor de termijnecho, omdat daar de vorige keer werd ontdekt dat het mis was. Anne kreeg al heel snel een echo om haar onzekerheid weg te nemen. Sommige vrouwen hebben meerdere miskramen gehad. Nora vertelt dat zij na haar tweede miskraam het gevoel had: “ik kan het niet”. Nora heeft tijdens en na de miskraam bepaalde begeleiding en informatie gemist. Omdat ze wilde weten wat ze kon verwachten is ze op zoek gegaan naar ervaringsverhalen. Dit gaf haar rust. Ze had daarnaast graag gezien dat haar verloskundige na de miskraam nog eens had geïnformeerd hoe het met haar ging. Dit is iets wat ze nu in haar eigen werk als verloskundige probeert te doen. Ook Josine heeft de begeleiding van de verloskundige rondom het ontdekken van de miskraam als niet positief ervaren. Ook later in de zwangerschap kan men een kindje verliezen. Zo voelde Tanja met 32 weken minder leven. In het ziekenhuis bleek haar kindje te zijn overleden. Ze had nog wel rekening gehouden met een miskraam, maar er nooit bij stil gestaan dat ook later in de zwangerschap een kindje kan overlijden. Voor ervaringen rondom de bevalling na een intra-uteriene vruchtdood zie Thema Bevalling – complicaties bij moeder of kind.